Misdaad loont niet, in ieder geval niet in het erfrecht. Bepaalde misdrijven maken een erfgenaam van rechtswege onwaardig om ‘uit een nalatenschap voordeel te trekken’.  Wanneer men de erflater heeft vermoord of heeft geprobeerd te vermoorden (en daarvoor onherroepelijk is veroordeeld) kan men van die persoon niet meer erven. Ook in geval van diefstal van de erflater is de dief automatisch erfgenaam af. Hetzelfde geldt wanneer er sprake is van (een onherroepelijke veroordeling voor) smaad of laster jegens de erflater.

Verder mag men iemand niet dwingen tot het opstellen van een testament. Als achteraf wordt vastgesteld dat er sprake was van dwang vervallen de erfrechtelijke aanspraken. Het zoekmaken of vervalsen van een testament of codicil heeft hetzelfde effect. Op zichzelf is het niet zinvol om een testament te laten verdwijnen, omdat altijd een kopie wordt bewaard in een centraal register. Voor een codicil geldt dat niet. Daarin kunnen bijvoorbeeld bepaalde sieraden of kunstwerken aan iemand worden vermaakt. Het kan dan voor een erfgenaam aantrekkelijk lijken om dit codicil in de open haard te gooien, maar als dat achteraf zou uitkomen kan de erfgenaam geen enkele aanspraak meer maken op de nalatenschap.

De wettelijke bepaling lijkt simpel, maar het kan juridisch soms toch nog gecompliceerd zijn. De kleinzoon die zijn vader heeft vermoord en daarvoor onherroepelijk is veroordeeld, is in beginsel niet onwaardig om te erven wanneer zijn grootmoeder komt te overlijden. Hij is immers niet veroordeeld voor het ombrengen van zijn grootmoeder en volgens de wet erft een kind het erfdeel van een vooroverleden ouder. Kennelijk was het nodig om tot aan het gerechtshof hierover te procederen. Het hof oordeelde dat de kleinzoon niet kon erven. Dit werd niet gebaseerd op onwaardigheid van de kleinzoon, maar op de eisen van redelijkheid en billijkheid.

Toch kan een erfgenaam na bijvoorbeeld een poging tot moord toch nog erven. Wanneer de erflater op ondubbelzinnige wijze besluit om de erfgenaam zijn gedrag te vergeven, herleven de erfrechtelijke aanspraken. Is eenmaal sprake van vergiffenis dan hebben de andere erfgenamen dit maar te accepteren, hoe moeilijk dat voor hen soms ook zal zijn.